‘In de buurt zijn de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden’
% (helemaal) mee eens
‘In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed onderhouden’
% (helemaal) mee eens
‘In de buurt is het buiten goed verlicht’
% (helemaal) mee eens
‘In de buurt zijn goede speelplekken voor kinderen.’
% (helemaal) mee eens
‘In de buurt zijn goede voorzieningen voor jongeren’
% (helemaal) mee eens